Om ervoor te zorgen dat onze skiers de sport kunnen combineren met hun studie, is er tijdens de trainingskampen tijd om aan school te werken. De trainers en begeleiders in huis staan dan altijd klaar om te helpen. Maar vaak is niet alleen tijd en ruimte belangrijk.
Tijdens herfstweek 1 heeft Cindy Cornelissen verschillende workshops gegeven over het combineren van (top)sport en school. Ook heeft zij de skiers ondersteund bij het maken van huiswerk op kamp. De workshop helpt de skiers bij het plannen zodat het huiswerk en voortgang op school niet hoeft te lijden onder het skien.
Aangezien we in 2 gebouwen zaten, heb ik om en om met de groepen gewerkt. Na eerst een groepsgesprek te hebben gevoerd, zijn de kinderen met ofwel huiswerk, ofwel een opdracht van mijn kant (over je manier van leren) aan de slag gegaan.
De groepsgesprekken gingen over het belang van het maken van huiswerk naast alle activiteiten die met skiën te maken hebben. Als je daarbij goed je doel voor ogen houdt, kun je er makkelijker naar toe werken. En een goede planning is daarbij onontbeerlijk. Verder hebben we over leren (hersenwerking, geheugen) plannen en toekomstvisie gepraat. Dat je hersenen (je cortex) uit een linker en rechterhersenhelft bestaat en deze via je hersenbalk verbonden zijn door allemaal zenuwen. Je leert door deze verbindingen te verstevigen: Als je iets voor het eerst leert, maak je als het ware een klein paadje in je hersenen. Als je het herhaalt, wordt het paadje steeds breder en sneller. Totdat je het weet en dan is het als het ware een snelweg geworden. (bron: Ik leer leren, Tea Adema) Voor sporten geldt precies hetzelfde. Daarom moet je oefenen en trainen om beter te worden in het skiën. Het was erg herkenbaar voor de kinderen en het werd een interessant gesprek.
Vervolgens zijn we aan de slag gegaan. De aspiranten die huiswerk hadden, kregen een blad waarop ze de planning van hun huiswerk van deze week (en de week erna) konden opschrijven. Dat was nog niet zo makkelijk. Eerst moeten ze inschatten hoeveel werk een bepaald vak is en daarna kunnen ze dit pas gaan indelen. Aangezien ze dit nog niet gewend zijn, gaan we daar dit jaar nog veel aandacht aan besteden. Na het plannen was er nog tijd over om huiswerk te maken.
De aspiranten die geen huiswerk hebben meegekregen, gaan normaal gesproken lezen in hun meegebrachte boek. Deze keer mochten ze met Dineke en Ivan naar een andere ruimte om spelletjes te doen en vragenlijsten te maken die met leren te maken hebben. Zo lag daar o.a. het Taartpuntenspel (bron: Ik leer leren, Tea Adema) waarbij het gaat over bepaalde gedachten die de kinderen over leren hebben. We maken daarbij onderscheid tussen Helpende en Niet helpende gedachten. (growth en fixed mindset). Door middel van dit spel ga je als trainer met kinderen in gesprek over het leren en bespreek je welke niet helpende gedachten wellicht kunnen worden omgezet in helpende gedachten.
De scholieren zijn eveneens na het groepsgesprek aan de slag gegaan. De een wilde meteen al een planschema mee, de ander kon het zelf plannen. Bij elk kind ben ik vervolgens langs gegaan om te polsen hoe het leren en plannen gaat en of er hulp nodig was. Met name de oudere kinderen konden heel goed zelf aan de slag; de jongere kinderen waren erg blij met het planblad. Van elk kind heb ik het niveau en de klas genoteerd en hoe ze er voor staan op school. Sommige kinderen kon ik direct helpen door bijvoorbeeld het maken van mindmaps om een toets te leren, een goede manier aan te reiken om woordjes voor Duits, Frans of Engels te leren. Zelfs sommige wiskunde vragen kon ik beantwoorden. Bij vragen zoals voor scheikunde heb ik de hulp van Yoeri ingeroepen. Erg prettig. En als deze hulp er niet was, konden andere kinderen uit hogere leerjaren helpen. Ze regelden dat onderling.
Het was een leuke groep om mee te werken. Ik was onder de indruk van de motivatie en het doorzettingsvermogen van veel kinderen!
